
7 mannen - 4 vrouwen
120 minuten
Umberto
Een komische triller
Marc Van Leuven
Umberto, een gevreesde maffiabaas, heeft de plaats ingenomen van moeder overste en houdt zich verborgen in een nonnenklooster. Hij voert vandaar zijn operaties uit samen met twee van zijn kompanen die eveneens als non door het klooster gaan.
Aanvankelijk merken de nonnen niets maar al snel begint er van alles op te vallen. Moeder overste vergeet de getijden, plast rechtopstaand, gebruikt woorden die moeder overste nooit zou gebruiken.
De echte moeder overste, van wie Umberto denkt dat ze vermoord is door een van zijn luitenants infiltreert echter weer als gewone non en begint het Umberto moeilijk te maken. Umberto is zich van geen kwaad bewust, hij denkt integendeel dat moeder overste bezwijkt voor zijn charmes. Hij wordt verliefd op haar en zij doet alsof ze er op ingaat.
Ondertussen is ook de politie geïnfiltreerd in het klooster en probeert te ontdekken wie de luitenants zijn van Umberto. De agenten gaan ervan uit dat het allemaal mannen zijn en ze sluiten dus alle vrouwen uit. Dit is op zich een moeilijke taak omdat door de strenge kledij niet altijd duidelijk is wie wie is. Ze moeten daarvoor dus listen toepassen.
Maar ook de luitenants van Umberto hebben in de gaten dat er vreemde dingen gebeuren en proberen de politie te misleiden.
De verwarring wordt compleet als het orgel hersteld moet worden. Moeder overste, die als haar eigen tweelingzus verdoken tussen de nonnen leeft zorgt er voor dat haar eigen vader, die orgelhersteller is, gevraagd wordt om de klus te klaren.
Moeder overste is ondertussen overtuigd dat Umberto een maffiabaas is en neemt de politie in vertrouwen. Althans dat denkt ze. Ze neemt per vergissing een van de kompanen in vertrouwen. Die laat aanvankelijk niets merken maar hij ontdekt langzamerhand de vreselijke waarheid: Het komt dan tot een machtsstrijd tussen Umberto en moeder overste. En toch is het niet zoals het lijkt..

een voorproefje?
een voorproefje
Inhoudstabel
Scene 1: Een man mag niet huilen
(Carlo of was het paul Severs)
Scene 2: We zijn op non-actief
(Simonne of was het bisschop Van Gheluwe?)
Scene 3: Iedere rijkswachter heeft een snor
(Carlo of was het Flor Coninckx?)
Scene 4 : Ah Moeder Overste, wat heeft u een grote neus
(Vivianne of was het roodkapje?)
Scene 5 : Ditis genepis potendus nietom intepis sendus
(Carlo of is het van horen zeggen)
Scene 6 : Met de rode neus
(Karla of was het de kerstman?)
Scene 7 : Er gebeuren rare dingen rondom mij
(Karla of was het Urbanus?
Scene 8 : Paulien, jij doet me de wereld eindelijk anders zien.
(Carlo of was het Johan Verminnen?)
Scene 9 : Het regent hier mannen
(Vivianne of was het Geri Halliwell?)
Scene 10 : Hoktus boktus, een kalverstaart die gekrokt is
(Umberto of was het Ernest Claes?)
Scene 11 : Ne vent in zijne pure is en blijft nen blote vent
(Monty of was het Katastroof?)
Scene 12 : Zal 't gaan ja
(Maria of was het DDT?)
Scene 13 : een k(n)ikker in de keel
(Carlo of was het Latin House?)
Scene 14 : Ze zitten ons op de hielen
(Umberto of was het Joost van den Vondel?)
Scene 15 : Prisencolinensinainciusol
(Umberto of was het Adriano Celentano?)
Scene 16 : Dat is onze regel wel
(Vivianne of waren het begijntjes en kwezelkens)
Scene 17 : De orgelhersteller
(Simonne of was het de nieuwe snaar)
Scene 18 : We zijn tenslotte zusters
(Paul of was het Henri Nouwen?)
Scene 19 : De misdaad is al goed georganiseerd. Nu wij nog he
(Monty of was het Michiel Princen)
Scene 20 : Is er een probleem, mon cher Louis
(Umberto of is het een citaat uit La vie est un long fleuve tranquille?)
Scene 21 : Ideetje, dames?
(Karla of was het Youp van 't Hek?)
Scene 22 : Ten derde male viel zij
(Karla of was het Lukas?)
Scene 23 : Jealous guy
(Monty of was het John Lennon?)
Scene 24 : Steek dat in jullie viool
(Vivianne of was het mijnheer Michel?)
Scene 25 : Ik ben de kanon
(Vivianne of was het Pachelbel?)
Scene 26 : Maria … Maria… ik hou van jou
.(Umberto of was het Raymond van het Groenewoud?)
Scene 27 : Vluchten kan niet meer
(Louis of was het Frans Halsema?)
Scene 28: Ik zal hem volgen, waarheen hij ook mag gaan
(Moeder Overste of was het Peggy March?)
Scene 1
Een man mag niet huilen
(Carlo of was het Paul Severs?)
Er weerklinkt dreigende muziek (pink panther bv).Na een tijdje horen we hevige vuurgevecht geluiden. Umberto neemt rustig een sigaar en zijn pistool en "schiet" zijn sigaar in brand. Het gevecht escaleert. Machinegeweren, revolvers, granaten, mortieren zelfs wat artillerie en overvliegende gevechtsvliegtuigen. We horen ook "RODANIAAAA" en een ijscowagentje.
We zien de tweeling Louis en Paul Boon achteraan in de zaal in een hevig vuurgevecht verwikkeld. Stilaan wijken ze terug tot ze met de rug tegen de kloostermuur gedrukt staan.
1 Louis Dit redden we nooit, broer.
2 Paul Ik vrees dat het gedaan is met ons.
3 Louis Daar Paul, kijk, langs daar moeten we.
4 Paul Waar is Umberto? Zie jij hem?
5 Louis Hij moet hier ergens links van mij zijn.
6 Paul Ok, ik probeer er naar toe te springen. Dek mij.
7 Louis Oh Paul, … ik dacht dat ge het nooit ging vragen…
8 Paul Zot, allee vooruit, dek mij. (Paul springt recht en loopt zigzaggend richting Umberto. Dan hurkt hij neer, fluit, waarop Louis op zijn beurt zigzaggend richting Paul loopt. Hij loopt tot bij Paul, knielt even neer en loopt door als hij Umberto hoort. Op zijn beurt komt Paul naar Umberto)
9 Umberto Louis …. Paul …. (geen reactie) … Louis … Paul. Ah daar zijn jullie. Kom hier.
10 Louis Ja baas, het ziet er niet goed uit, he.
11 Paul Ja, maar het ziet er écht slecht uit hé.
12 Umberto Zwijg en luister naar …. He wat is dat daar? (Er loopt plots een wielrenner doorheen het gevecht die duidelijk dringend moet plassen. Hij zet zich tegen de muur en ..) Hela, oprotten, ziet ge dan niet dat we in een vuurgevecht zitten, leegloper. (neemt zijn pistool en laat de wielrenner "dansen")
13 Eddy He, ho, hou eens op. Ik kom hier alleen maar een plaske doen.
14 Umberto Wat zijt gij voor een zeikerd. Hier zie (schiet de renner neer). Voila, die heeft deze keer zeker een boeketje bloemen gewonnen. Ha ha ha ha! Goed he mannen!
15 Louis Heel goed, chef.
16 Paul Helemaal niet slecht Chef.
17 Umberto Ok, mannen, dus luister naar mijn plan.
18 Louis (stoot Paul tegen de schouder) Hij heeft een plan.
19 Paul Ja dat kennen we, een man, een plan.
20 Umberto (tikt hen allebei tegen het hoofd) allee onnozelaars, hou op. Zien jullie waar we hier zijn? (geen antwoord) Wel? … Tegen welke muur staan wij hier?
21 Louis Tja, he de Chinese? (schuchter nee schuddend)
22 Paul De Berlijnse? (schuchter nee schuddend)
23 Louis De klaagmuur? (schuchter nee schuddend)
24 Paul Ah, nee wacht (overtuigd)… ah ja natuurlijk … ik weet het … De muur van Geraards …
25 Umberto Onnozelaars, het is de kloostermuur. En als we hier het hoekje omgaan dan komen we op het kerkhof.
26 Louis Ja, dat zit er wel in dat we hier het hoekje omgaan.
27 Paul En we zijn nog zo jong, allee ik toch.
28 Umberto Maar hou nu toch eens op, zeveraars.
29 Louis Maar ge moet toch toegeven baas …(zwijgt abrupt als hij een mep krijgt van Umberto)
30 Paul Oei, Louis, sedert wanneer moet… (zwijgt abrupt als hij twee meppen krijgt van Umberto)
31 Umberto Waar heb ik dit aan verdiend. Luister nu en zwijg. Louis, heb je nog van die rookbommen? (Louis zoekt in zijn rugzak en diept er triomfantelijk één op uit) Goed. Paul, heb jij nog traangasgranaten? (Paul zoekt in zijn rugzak en diept er triomfantelijk één op uit) Ok, dit is het plan. Louis, jij gooit je rookbom naar de flikken. (Louis gooit zijn bom) Nee, nee, nu nog niet he, luister nu toch eerst. Allee. Pak maar een ander. (Louis neemt een andere bom). Paul, jij telt tot tien en dan werp je de traangasgranaat naar de flikken. Door de rook zien de flikken ons niet , ze krijgen tranen in hun ogen en we profiteren ervan om het hoekje om te rennen.
32 Louis Naar het kerkhof? Slim, baas.
33 Paul Ja, slim, dan kunnen we ons vermommen en doen alsof we al dood zijn…
34 Umberto ALLEE VOORUIT NU. SMIJT DIE ROOKBOM.
35 Louis Voilà, baas. Nu aan jou, Paul. (Umberto wil al vertrekken maar bedenkt zich dan. Hij draait zich om naar Paul, die met zijn granaat bezig is.)
36 Paul (telt op zijn vingers) 1 … 2 … 3 … 4 … 5 … (kijkt naar zijn hand met vijf vingers omhoog, kijkt naar de hand met de granaat, kijkt zoekend rond en stopt dan de granaat tussen zijn benen) 6 … 7 … 8 …
37 Umberto (duikt weg) Allee zot, smijt ze weg.
38 Paul Moet ik er de pin niet … (Umberto kijkt dreigend en wil Paul naar de strot vliegen. Paul trekt echter vliegensvlug de pin uit de granaat, telt heel snel tot 10 en werpt de granaat.) Lopen baas, lopen.
39 Louis Komaan chef. (ze lopen en verdwijnen achter de muur.
40 Carlo (Hevig hoestend en tranen uit zijn ogen wrijvend) Ik zie niets meer …. Monty … zie jij iets?
41 Monty (Ook hevig hoestend en tranen uit zijn ogen wrijvend) Ik zie ook niets …. Je zult moeten wachten tot de rook om je hoofd is verdwenen.
42 Monty Sst … hoor je dat lawaai?
43 Carlo Wat was dat …. Vreemde geluiden … (duwt angstig zijn wapen in de handen van Monty en zoekt achter hem dekking)
44 Monty Het begint op te trekken. Zie jij ze nog? Ze stonden met de rug tegen de muur. Ze zaten muurvast.
45 Carlo Nee, ik zie niets meer.
46 Monty De rook is toch weg?
47 Carlo Ja ja, daardoor kan ik zien dat ik niets kan zien. In rook opgegaan, zeg maar.
48 Monty Volgens mij zijn ze het hoekje om.
49 Carlo Heb jij ze dan geraakt?
50 Monty Nee, nee, ik bedoel dat ze naar het kerkhof zijn.
51 Carlo (Kijkt versuft) Ah ja? Ik heb van die begrafenis niets gemerkt. En dat allemaal terwijl wij hier zaten? Maar wat scheelt er? Ik zie tranen in je ogen. (freese "neen een man mag niet huilen, ook al heeft hij verdriet"). Je gaat toch niet huilen om een stel boeven die hun verdiende loon gekregen hebben?.
52 Monty Ik huil niet onnozelaar, dat is van die granaat. En die boeven zijn niet begraven; die zijn ontsnapt!
53 Carlo Hoe gaan we dat aan de commissaris vertellen?
54 Monty We gaan niets vertellen, zot. Je ziet toch welke muur dat is?
55 Carlo De Chinese … is het niet … Die van Berlijn … nee … De klaagmuur … De muur van Geraards …
56 Monty Nee, de kloostermuur … En als je zo langs die muur daar het hoekje omgaat …
57 Carlo … kom je op het kerkhof. Ah nu snap ik het.
58 Monty En via het kerkhof en de kerk geraak je zo het klooster in. Umberto en zijn schurken kunnen alleen maar langs daar verdwenen zijn. Ze zitten dus in het klooster. Kom we zullen eens gaan aanbellen.
59 Carlo En denk je dan dat ze zullen opendoen en zeggen (ironisch) "ha mijnheer de agent, neem ons maar mee?" Als ze daar zijn zullen ze zich wel verstopt hebben.
60 Monty Dan moeten we alles doorzoeken.
61 Carlo Ja maar dat kan niet zonder huiszoekingsbevel en ik vrees dat er weinig onderzoeksrechters zijn die dat zullen geven.
62 Monty Wat stel je dan voor?
63 Carlo Ik stel voor dat we stiekem eens een kijkje gaan nemen.
64 Monty Stiekem, in ons uniform? We kunnen net zo goed met de combi door de poort knallen.
65 Carlo Ik heb een idee, kom …
Scene 2
We zijn op non-actief
(Simonne of was het bisschop Van Gheluwe?)
Er speelt zachte kerkmuziek. We zien een paar zusters badminton spelen met opgeschorte pij. De wedstrijd loopt op zijn eind. Moeder Overste komt binnen en zegt:
1 Maria Simonne, Karla, verlies het uur niet uit het oog he. Het is bijna tijd voor de vespers.
2 Karla Ja moeder overste, we zijn bijna klaar.
3 Simonne Dat dacht je maar. Ik ben pas aan mijn come-back begonnen.
4 Maria Tututut. Vooruit. Douchen, een propere pij en naar de kapel voor de vespers.
5 Karla Ik heb dan gewonnen.
6 Simonne Wacht maar. I'll be back! (ze lopen richting douche, trekken hun pij uit, hangen die aan een kapstok en verdwijnen uit het zicht. Moeder Overste slentert nog wat rond. De muziek wordt dreigend. Ze kijkt behoedzaam om zich een. Ze wil er zeker van zijn dat niemand haar kan zien of horen. Dan neemt ze haar GSM en vormt een nummer. De telefoon aan de andere zijde gaat over maar er komt geen antwoord. Zuchtend stopt ze haar telefoon terug in haar pij. Plots gaat het licht uit. We horen gestommel, gemompel en gefluister en een gil. Als het licht weer aangaat is moeder overste weg en de twee pijen. Karla komt uit de douche en ziet dat haar pij verdwenen is.)
7 Karla He waar is mijn pij? … Simonne (zoekt naar haar pij) … Simo-onne !!
8 Simonne Ja, ja , ik kom al, wat is er met uw pij? … Oei , de mijne is ook weg.
9 Karla Wie zou dat …
10 Simonne Ik veronderstel dat moeder Overste aan zuster Vivi gevraagd heeft om ze te wassen. Kom, we moeten niet treuzelen, de vespers beginnen zo. (lopen af. Umberto, Louis en Paul komen op, alle drie in een pij met moeder overste, gekneveld, met een zak over haar hoofd en in onderkledij).
11 Umberto En mannen, past de pij?
12 Louis Ja baas, ze zit me als gegoten.
13 Paul Gegoten? Dat kan ik niet zeggen, maar ze past perfect.
14 Umberto En moeder overste haar outfit is ook op mijn lijf gemaakt.(trekt de zak van moeder overste af). Nietwaar Moeder Overste (moeder overste mompelt wat) Ja zeg het maar, sta ik er niet beeldig mee (maakt een reverence). Ik versta u niet, spreek eens wat duidelijk.
15 Paul Baas …. Euh baas… zo gaat het wel moeilijk he.
16 Louis Ja (gebaart dat er een plakker over de mond van moeder overste zit). Zo is ze nogal non-verbaal he.
17 Umberto Luister eens hier he, moeder overste, ik zal de plakker van uw mond doen, maar één kik en ik snij uw hoofd van uw lijf. Begrepen. (Moeder overste knikt, Umberto rukt de plakker weg, moeder Overste begint te hoesten en te kuchen en wil roepen maar Louis en Paul duwen haar allebei een mes onder de kin)
18 Louis Hehe.
19 Paul Voorzichtig moederke.
20 Umberto Waag het niet. Non dedju.
21 Maria Wat willen jullie? … Wie zijn jullie? … Wat doen jullie hier? …. Hoe zijn jullie hier binnen geraakt? …. Willen jullie dat ik de politie bel, misschien? …. En waar zijn de andere zusters?
22Umberto Amai zo veel vragen.
23 Louis Wij komen een beetje plezier maken met de nonnetjes. We komen ons wat amuseren. … We komen hier op non-actief zijn. (lacht smalend)
24 Paul Op non- actief he, moederke. (beweegt zijn onderlichaam)
25 Maria Over mijn lijk.
26 Louis Dat kan geregeld worden.
27 Paul Ja he, zoiets hadden we al in gedachten.
28 Umberto Ok mannen, ga jullie gang met de nonnetjes, maak maar wat plezier, maar moeder Overste moeten jullie met rust laten.
29 Maria Tuttetutut. Geen privileges of uitzonderingen. Het is oorlog voor iedereen.
30 Umberto We komen hier een tijdje logeren. Totdat de storm buiten wat geluwd is. (Paul en Louis kijken verbaasd naar Umberto, dan naar buiten en dan naar elkaar. Ze halen de schouders op).
31 Maria Dat zal niet opvallen denk je? Iedereen kent iedereen hier.
32 Umberto Ja, dat kan wel, maar jij gaat ze zo dadelijk bij het avondeten vertellen dat er drie nieuwe nonnen zijn. Mag ik u voorstellen, zuster Louisa, zuster Paulien en ik ben Zuster Umbrella. En geen trucjes of ik snij u in reepjes van twee centimeter en maak van u iets … iets …. non …..
33 P&L Non figuratief.
34 Paul (terwijl ze aflopen, houdt hij Umberto even tegen) Baas, ik zou eigenlijk liever Louisa zijn, als dat voor u hetzelfde is… (Louis af met Moeder Overste).
35 Umberto (geeft Paul een mep) Onnozelaar, we gaan niet echt tussen die nonnen zitten, hé. Ik zei dat maar om die Moeder Overste kalm te houden. Maar die trien lapt ons erbij van zodra ze de kans ziet. Er is dus maar één optie: jullie twee gaan haar nu het zwijgen opleggen. We verstoppen ons hier tot morgenavond en van zodra de kust daarbuiten veilig is, vertrekken we.
36 Paul Oké, baas. Helemaal duidelijk. Begrepen. Gesnopen. Capiesj. Maar eh… u hebt de plakband nog?
37 Umberto De plakband?
38 Paul Om haar mond terug dicht te plakken. Haar het zwijgen opleggen, toch?
39 Umberto (kijkt hulpeloos omhoog en geeft Paul een mep) Mijn God, waarom hebt U mij verlaten? Waar is je broer gebleven? Ik zal hem wel instructies geven… (beiden af. Carlo en Monty komen op, alle twee in een pij.)
Personages
Umberto Maffiabaas zeer moordzuchtig en gevaarlijk 141 replieken
Louis Tweelingbroer van Paul, luitenant van Umberto. 113 replieken
Paul Tweelingbroer van Louis, luitenant van Umberto. 94 replieken
Maria Moeder overste 49 replieken
Karla Kloosterlinge, assistente van moeder overste 96 replieken
Simonne Kloosterlinge 69 replieken
Vivianne Kloosterlinge 87 replieken
Pedro Orgelhersteller 24 replieken
Carlo Politieagent 143 replieken
Monty Politieagent 104 replieken
Eddy Toevallig passerende wielertoeri 2 replieken